Een hemelsblauwe lucht en honderden naakte mensen. Ze vliegen met engelen naar de hemel of worden door demonen mee naar de hel genomen. Ik kijk naar het Laatste Oordeel van Michelangelo. Het ziet er indrukwekkend uit. Zelfs nu ik het slechts in miniatuurversie op een A4’tje zie. Sinds ik HP cartridges gebruik, draait mijn printer A4’tjes uit met de fraaiste kleuren. Zodra ik mijn ogen losruk van het papier, zie ik dat ik nog steeds in de rij sta te wachten voor de poorten van Vaticaanstad. ‘Het is erg druk vandaag,’ zegt de Italiaanse gids Elena. ‘Bedankt Elena, dat hadden we nog niet gezien,’ zou uit mijn cynische keel hebben geklonken, ware het niet dat Elena een leuke studente is met een vermiljoenrood rokje aan. Vandaar dat ik begripvol knik.
Een bezoek aan Vaticaanstad
‘It is crazy today,’ zegt Elena nog maar eens als we binnen zijn. Het is inderdaad crazy. Zo crazy dat ik Elena uit het oog verlies. Machteloos word ik door de massa meegevoerd in gangen vol amfora’s, landkaarten en heiligenbeelden. Zonder duiding van mijn gids heb ik er niks aan. Ik had beter op het terras in Rome alle kunstwerken op Wikipedia kunnen opzoeken – daar had ik nog iets van opgestoken. Bovendien had ik dit alles met een Aperol Spritz in mijn handen kunnen doen. In plaats daarvan word ik voortgedreven als een kalf door een slachthuis, tussen de oververhitte, uitgeputte babyboomers die net als ik rijp voor de slacht zijn. We wurmen ons de Sixtijnse Kapel binnen, waar Het Laatste Oordeel opdoemt.
Realiteit versus afbeelding
Natuurlijk is Michelangelo’s muurschildering indrukwekkend en fabelachtig knap gemaakt. Ieder geschilderd figuurtje dat zich opmaakt voor het leven na het leven, is met grote zorg vormgegeven. Mijn aandacht wordt in het bijzonder gegrepen door een man die door een engel aan zijn been naar de hemel wordt gehesen. Tegelijk trekt een demoon hem aan zijn haren achterover de hel in. Ik herken mezelf. Ook ik zoek in het Vaticaan naar een loutering van de ziel, naar intellectuele verrijking, maar wat ik vind zijn nauwe gangen, dringende mensen en kunstwerken die nauwelijks beklijven. Ik bevind me in het vagevuur van het Vaticaan.
Plots flitst een rode kleur door mijn gezichtsveld. Vermiljoenrood. Het is Elena’s jurkje! Ik duw de meute opzij om het zwevende stuk stof te volgen, maar Elena zelf blijft steeds net buiten bereik. Het lijkt slechts een fladderend stukje stof waar ik achteraan loop, totdat ook het stukje stof is verdwenen. Ik sta buiten, realiseer ik me opeens. Een engel heeft me uit het vagevuur geleid. Zo meteen zit ik in op een terras in Rome, met een Aperol Spritz ter hand, kijkend naar de fraaie kleuren van mijn HP cartridges en met Wikipedia binnen handbereik voor de intellectuele verrijking. Zo meteen zit ik in de hemel.